Gewoon doen!

“Je hebt een mentaliteitsprobleem”. “In een team kom jij niet zo goed tot je recht”. “Tjongejonge, jij stond ook niet vooraan toen de hersens werden uitgedeeld!”. Feedback geven (en ontvangen) is niet eenvoudig. En zeker niet altijd een cadeautje.

Jezelf uitspreken is één ding, de ander ergens op aanspreken nog moeilijker. Terwijl we allemaal willen leren, onze zakelijke doelen willen realiseren en de samenwerking in stand willen houden. Feedback geven is voor velen van ons spannend. Het is de plek der moeite.

Verschrikt luistert Tessa dan ook naar haar collega Bram als hij zegt: “Ik zou het op prijs stellen als je voortaan je vergadering beter voorbereidt”. En hoewel hij een punt heeft merkt Tessa dat de feedback bij haar voor een rotgevoel zorgt. Mensen zijn niet van suiker maar krijgen we kritische feedback, of het nu gaat om een losse opmerking van een onbekende of feedback volgens de feedbackregels, dan raakt die ons en kunnen we er behoorlijk mee bezig zijn.

Hoe zal de ander reageren? Ben ik wel in de positie om er iets van te zeggen? Gaat onze relatie hierdoor veranderen? Allerlei vragen die door ons hoofd spoken. De angst om de ander te kwetsen speelt hierbij een belangrijke rol. En deze kwetsbaarheid blijft, ook al zijn we getraind en ervaren in het geven en ontvangen van feedback.Want alle trainingen ten spijt, in de praktijk doen we het vrijwel niet. Ja, in de vorm van gemopper bij de koffieautomaat of bij een compliment bagatelliseren: “Oh, vind je dit mooi? Nou, heb het gewoon uit de uitverkoop gekocht hoor.” Of: “Mijn presentatie goed? Ik ging aan het eind helemaal de mist in!”.

Een terugkoppeling kan makkelijk kwetsen. Anderzijds helpen ongemeende complimenten je ook niet verder. Welke kritiek dwingt je tot actie en welke tip kun je naast je neer leggen? Vooropgesteld: lang niet iedereen is goed in feedback geven. Maar het heeft weinig zin om aan die vaardigheid te sleutelen als een feedbackontvanger niet in staat is om de terugkoppeling te verwerken. Weer een training volgen heeft alleen zin als er een voedingsbodem is om te willen leren van elkaar. Die voedingsbodem bestaat uit vertrouwen, kwetsbaarheid en om duidelijkheid over de norm. Aanspreken gaat niet alleen over kritiek geven, maar ook over tolerantie en grenzen stellen, over aanspreken én aanspreekbaar zijn. Het zit niet in wat we doen, het zit in hoe we erover denken.

Want de harde noodzaak om de kwaliteit van de samenwerking te verbeteren, maakt dat de feedback, als hefboom om verhoudingen te verbeteren, oprukt. “Als we elkaar vaker aanspreken, kunnen we 28% productiever zijn, 12,5% meer omzet realiseren, 16% meer kosten besparen en het verloop en verzuim met respectievelijk 15 en 11% terugdringen. Investeren in aanspreken leidt niet alleen tot een betere samenwerking, maar levert ook veel geld op.” Aldus Gytha Heins in haar boek: Aanspreken? Gewoon doen! Daarnaast geldt, er heeft nog nooit iemand een blessure opgelopen van een schouderklopje.

Creëer daarom een omgeving waarin mensen wat vaker vragen naar wat ze misschien liever niet horen. Waarin feedback wordt ervaren als een lift in plaats van een trap. Immers, de snelste manier om beter te worden is aangeven dat je het op prijs stelt om ook beter gemaakt te willen worden. Dan pas kan feedback een positieve uitwerking krijgen en doen waarvoor het bedoeld is: Tessa te ondersteunen om zich als mens én professional sneller en gerichter te ontwikkelen. Bram kan Tessa eventueel helpen haar vergadering voor te bereiden als hij vraagt en toelicht waar de verbeterpunten liggen.

Maak Tessa haar collega’s duidelijk dat feedback eigenlijk niet hoeft, dat ze er niet op zit te wachten of dat zij het niet snappen, dan houden ze er vrij snel mee op.

Dick Pieters is eigenaar van trainingsbureau IGNIUS. Via intervisie, tóp maatwerk trainingsprogramma’s en (team)coaching helpt hij mensen over hun eigen ontwikkeling én werk te laten nadenken. Met resultaten in de praktijk die er toe doen. De columns van Dick verschijnen in alle edities van het Noordhollands Dagblad, bijlage Plus-Werk – TMG.

Interessant? Deel deze column!